Eeuwige, nou ziet u eens, uw volk liegt niet.....
een korte schets over Joodse humor: witzen
Het wrange en harde joodse lot in de
afgelopen eeuwen, vaak zo moedig gedragen, heeft wellicht juist daardoor
een bitterzoete vrucht voortgebracht: de joodse witz, de joodse variant
van de grap.
De gewone grap kent de ontknoping, de ontmoeting in het verhaaltje van
twee onverwachte factoren, die een soort ontsporing in ons verwachtingspatroon
veroorzaakt, die, gevoegd bij een scheut van het verbodene of een flirt
met het taboe (aldus ongeveer Freud), leidt tot het vrijkomen van opgespaarde
energie, het lustgevoel van de lach.
Dat heeft de witz ook, maar er komen nog factoren bij:
de geschiedenis van een volk met zijn heel eigen cultuur en religie,
dat vele eeuwen als minderheid heeft moeten dealen met onderdrukking,
vervolging en ontbering.
En tegelijk hebben eeuwen van talmoedische opvoeding en rabbijns redeneren
bij joden een apart plezier in taalspel gekweekt en een speciaal gevoel
voor absurde logica getrained.
Het schrijnen van die joodse geschiedenis
klinkt in de witz altijd min of meer door.
De witz weet door de ontlading in de lach het harde lot te relativeren
en de pijn te transformeren en daardoor dragelijk te maken.
De witz is het wapen van de jood tegen de absurditeit van de omringende
samenleving, tegen de schijnbaar onontkoombare ernst van zijn situatie,
maar verschafte ook een manier om met zijn eigen joodse wereld om te
gaan, zoals bijvoorbeeld met de strengheid van de religieuze levensvoorschriften
en met de eigenaardigheden van zijn religie. De witz komt uit het hart,
maar is gescherpt door uit het lood gekantelde talmoedische logica.
De witz kent de mens en zijn ondeugd door en door en de beste witzen
bevatten altijd een vleugje echte wijsheid.
Een paar van de betere, merendeels
eigentijdse, witzen die op mijn weg zijn gekomen bied ik hierbij aan.
De eerste is eigenlijk geen witz,
maar als fenomeen vermeld ik hem, het is een grap met een merkwaardige
achtergrond: in een oorspronkelijke midrasj (verhalende religieuze uitleg)
biedt de Eeuwige de Tora aan aan diverse volken die hem afwijzen. Het
joodse volk neemt het juk van de Tora wel aan. Deze midrasj is in de
onderstaande grap vervormd en verkromd naar het stereotiep van de jood
als altijd uit op financieel voordeel. Het is dus eigenlijk een antisemitische
grap geworden. Maar als je hem als jood onder joden vertelt kan het
net.
geboden
God heeft een paar geboden bedacht en Hij gaat ermee op pad.
Eerst komt Hij bij de Fransen en zegt: 'Ik heb een mooi gebod voor jullie.'
'Wat is het voor een gebod?' vragen de Fransen. God zegt: 'Jullie mogen
niet vreemdgaan, niet echtbreken.' 'Nee,' zeggen die Fransen, 'dat is
niets voor ons. Zo'n gebod nemen wij niet aan.' 'Oké,' zegt God
en vertrekt.
Hij komt bij de Duitsers en zegt: 'Hoor eens jongens, ik heb een gebod
voor jullie. Gij zult niet doden.' 'Nee,' roepen die Duitsers, 'dat
is flauwekul. Daar luisteren wij niet naar.' Enigszins wanhopig gaat
God verder.
Dan komt Hij bij de joden aan en zegt: 'Ik heb een gebod voor jullie.'
'O ja?' vragen de joden, 'en wat kost het? 'Niets,' zegt God, 'het kost
jullie helemaal niets.' 'Prachtig,' zeggen de joden, 'doe er dan maar
tien.'
Deze tweede grap ademt ook nog de sfeer van geld en Tora, maar ja, hij
is toch leuker.
wonderen
Een rabbi, een priester en een dominee spraken elkaar over de wonderen
die ze hadden meegemaakt.
De priester vertelde over een verschrikkelijke sneeuwstorm waarin hij
verdwaald was geraakt. Hij bad tot God, en voorwaar, de sneeuwstorm
hield op en op vijf meter zag hij zijn huis liggen.
De dominee had ook iets dergelijks meegemaakt: hij was in zijn bootje
op het meer, toen een hevige storm losbrak. Golven van vijf meter hoog
bedreigden hem en de boot stond op het punt te kapseizen. Hij bad tot
God en zowaar, de storm ging liggen en hij voer rustig de haven in.
De Rabbi had ook zoiets meegemaakt: Op Sjabbat, toen hij op terugweg
was van sjoel naar huis zag hij een bundel van 50-eurobiljetten op straat
liggen. Natuurlijk mocht hij die bundel niet aanraken, want het was
sjabbat en dan mag geld niet worden aangeraakt. Maar hij bad tot God
en overal om hem heen was het Sjabbat, maar voorwaar, vijf meter om
hem heen was het opeens donderdag.
antisemitisme is natuurlijk een bron geweest voor vele witzen.
voor het eerst
Yankele loopt op zondagmiddag op een Pools landweggetje. Een Poolse
boerenknecht komt uit de kerk hem tegemoet en slaat hem plotseling met
één flinke vuistslag neer. Yankele krabbelt overeind en
vraagt verbijsterd: Waarom deed je dat?
De knecht antwoordt: jullie hebben Christus vermoord…
Yankele: maar dat is tweeduizend jaar geleden!
Knecht: maar ik hoorde het net in de kerk voor het eerst.
goed nieuws!
Meneer Cohen zit op een bankje en leest een rechtse en anti-joodse krant.
Opvallend is een artikel zichtbaar met een antisemitische kop. Cohens
beste vriend, meneer Polak, loopt langs, ziet het artikel en stopt geschrokken.
Polak: wat zie ik nou? Die krant kan je toch niet gaan lezen, lees het
NIW, dan weet je genoeg!
Cohen: die staat vol met verhalen over antisemitisme, problemen in Israel,
problemen in de Joodse Kille (gemeente); ik lees liever goed nieuws.
In deze krant staat dat de Joden al het geld bezitten, dat ze alle banken
in handen hebben, dat ze de media controleren, dat de joden in Hollywood
de dienst uitmaken; allemaal goed nieuws!
Religieuze verplichtingen schuren vaak met het alledaagse leven
en verleidingen liggen overal op de loer, goede daden zijn een plicht
(mitswe) maar altijd lokt het eigen belang. En als de overtreding niet
te ontkennen is weet de optimist ergens ook wel de deugd te ontdekken.
probleem
Meneer Cohen komt bij de Rabbijn: Ik zit met een probleem, vanavond
begint Jom Kippoer (Grote Verzoendag) met de Kol Nidre-dienst, maar
er is ook de Europacupfinale Ajax - AC Milan op TV. Wat moet ik doen?
De Rabbijn: heb je een videorecorder? Cohen: ja
De Rabbijn: maar dan kan je het toch opnemen?
Cohen (hoopvol): de hele dienst?....
mitswe
Kleine Sally komt hijgend de kamer binnen: Papa, op straat loopt een
arme man te roepen.
Ik wil graag een mitswe doen door die man te helpen. Mag ik hem een
euro geven?
Papa:"Natuurlijk mag jij dat, lieve jongen. Hier is een euro, ga
er maar gauw op af.
Na zo`n 20 minuten komt Sally terug.
Papa: ik ben trots op jou, Sal. Je hebt een goed hartje. Je zult, met
g-ds hulp,
een uitstekende joodse man worden. Maar wat riep die man precies?
Sally: hij riep:"heerlijke ijsjes, een euro per stuk."
eerlijk
't Is sjabbat en meneer Cohen loopt op straat een sigaret te roken.
Hij komt de rabbijn tegen, die zegt: Dag Ies, gut sjabbes,
ik zie dat je een sigaret rookt.
Cohen: inderdaad.
Rabbijn: maar het is sjabbat.
Cohen: dat is waar.
Rabbijn: je weet toch, dat je op sjabbat niet rookt!
Cohen: dat weet ik al veertig jaar.
De rabbijn heft de handen en slaat de ogen ten hemel en zegt:
Eeuwige, nou ziet u eens, uw volk liegt niet.....
zelfgenoegzaamheid is altijd een dankbaar mikpunt, ook in deze ‘wijze’
witz
lieve vrouw
Meneer Cohen dacht aan zijn vrouw, hoe goed was die voor hem geweest
en wat een boffer dat hij haar had getroffen....
Hij bad tot de Eeuwige en vroeg, "Waarom heeft u haar zo'n goed
hart gegeven?"
De Eeuwige antwoordde, "Opdat jij van haar zou kunnen houden, mijn
zoon."
"En waarom heeft U haar zo'n knap uiterlijk gegeven?"
"Opdat jij van haar zou kunnen houden, mijn zoon."
"En waarom heeft u haar zo'n goede kok gemaakt? "
"Opdat jij van haar zou kunnen houden, mijn zoon."
Meneer Cohen dacht hierover na.
Toen zei hij, "Ik wil niet ondankbaar wezen of zo, maar waarom
hebt u haar zo dom gemaakt?"
"Opdat zij van jou zou kunnen houden, mijn zoon."
Als speciale uitweg werd de joden altijd het christendom voorgehouden
en vele witzen hebben dat tot onderwerp.
antiek
Moos ligt op zijn sterfbed en vraagt aan Saar: haal de pastoor ik wil
toch katholiek sterven.
Saar wil deze laatste wens niet negeren en haalt de pastoor. Deze komt
en houdt een crucifix voor het gezicht van Moos en vraagt: Moos, wat
is dit?
Moos zegt met een zucht: zwaar antiek…
En dan de Joodse moeders, daarover
zijn de witzen oneindig, hier zijn er drie:
mij
Een joodse moeder schept op tegen een andere moeder over haar zoon.
‘Ach mijn Iesje, het gaat zo goed met hem. Als kind van twee sprak
hij al vier talen, op zijn vierde speelde hij Mozart op de piano, las
Grieks en Latijn, op zijn twintigste promoveerde hij in de biochemie,
hij is nu professor aan de Harvard University in New York, heeft een
flat in Manhattan, zo groot als een voetbalveld, en vijf keer per week
gaat hij naar een psychiater, die nog gestudeerd heeft bij een leerling
van Freud en weet je waar hij het over heeft, de schat??? …..
Over mij !…..
ontbijt
Bram vertelde aan zijn psychiater: “Ik had een rare droom vannacht,
ik zag mijn moeder, maar het viel me op dat ze uw gezicht had. Ik was
hevig ongerust en werd onmiddellijk wakker en kon niet weer in slaap
komen. Ik bleef maar liggen denken tot ik om zeven uur opstond. Ik at
snel een geroosterd boterhammetje en sloeg een kopje koffie achterover
en kwam direct hierheen. Help me alsjeblieft en legt u me de betekenis
van deze droom uit!’
De psychiater zweeg een tijd en dacht diep na. Toen zei hij:
’Een geroosterd boterhammetje en een kopje koffie, noem je dat
een ontbijt!?...
Oi
Drie Joodse moeders zitten bij elkaar.
"Oi", zucht de een.
"Oi" zucht de ander
"Hè ", zegt de derde, "we hebben nog zo afgesproken
dat we het niet over onze kinderen zouden hebben..".
En als toepasselijk slot van deze bondige bloemlezing de Majieach
(Messias), eind goed, al goed. Jodendom is doortrokken met verlangen
naar de Masjieach.
Maarr …..r als de welvaart eindelijk een keer heeft toegeslagen,
wat dan?
Masjieach
Rabbijn Goldberg stormt zijn huis in en roept:
Rivka, Rivka, ik heb net doorgekregen, over twee weken komt de masjieach!
Rivka: Oj gewalt, waarom net nu, we hebben net ons nieuwe huis afbetaald,
nieuw bankstel gekocht en een moderne keuken laten installeren...
Rabbijn: Ach Rivka, je moet denken, we hebben Farao overleefd, Haman,
Bergen Belsen, de Masjieach overleven we ook wel...
En moge de witz en dat speciale
joodse gevoel voor humor de welvaart overleven, omein!
oktober
2007