het
prijslijstenschandaal
Mag ik
je even voorstellen: Kneest, professor in de weetkunde, Breu, maarschalk
van de koning en Chnok, lijstenmaker.
Alle drie
waren betrokken in het zogenaamde prijslijstenschandaal, het schandaal
rond de lijsten die van goud heetten te zijn, maar in feite gemaakt
bleken van goedkoop hout met wat verguldsel er op en die bovendien geen
prijzen bleken te omlijsten.
Wat speelde zich ook weer af …
In een
ver land gebood de traditie dat ieder jaar een prijs werd uitgereikt
aan de burger, die het meest zijn best had gedaan om wijs te worden.
De prijs werd ingelijst in een prachtige gouden lijst, die ieder jaar
werd gewrocht door de beroemde rijkslijstenmaker Chnok. Ieder jaar bracht
Chnok zijn gouden lijst naar het paleis van de koning. Daar werd hij
in ontvangst genomen door Breu, die ooit staljongen was en zich slinks
en sluw had opgewerkt tot ’s konings maarschalk.
Maarschalk Breu koos ieder jaar de winnaar van de prijs en reikte hem
dan persoonlijk uit. Eerst deed de koning dat allemaal. Maar sinds Breu
maarschalk was geworden had de koning dit maar aan hem overgelaten.
Ik moet
natuurlijk ook iets vertellen over wat die prijs dan was. Die was heel
bijzonder.
Hij werd door de koning ter beschikking gesteld uit zijn enorme verzameling
kunstwerken.
Het was ieder jaar een zelfde soort zeer bijzonder kunstwerk, een ...
laten we zeggen visionair object, een transparant lijkend fluïdum,
in de vorm van een schilderij en ongeveer zo groot als een raam.
En dat werd dan dus door de koning ingelijst (later nam maarschalk Breu
ook dit van de koning over).
Op het eerste gezicht leek die prijs nogal onooglijk, maar als je goed
keek was het glasachtig fluïdum helemaal niet transparant, maar
zag je eerst een licht vibrerend vlies en dan, als je bleef kijken,
had je het zogenaamde “ver zicht”. Je kon dan ver en diep
zien in de raadselen van de wereld en je zag zelfs glimpen van een oplossing.
Ieder jaar
was het weer spannend wie de prijs zou krijgen. De laatste jaren was
de prijs steeds gevallen in kringen van hooggeleerde mannen en in vele
professorenkamers hingen gouden lijsten. Waarbij moet worden opgemerkt
dat deze professoren overigens weinig openbaarden van het "ver
zicht" dat zij toch gekregen zouden moeten hebben.
Als je
hoort over het prijslijstenschandaal is dat niet verbazingwekkend.
Het schandaal kwam aan het licht toen de bekende professor Kneest werd
uitverkoren. De goede man had zijn leven lang enorm zijn best gedaan
erg veel te weten.
De prijsuitreiking vond plaats in de troonzaal. De professor had na
een lange reis in de erezetel plaats genomen om de prijs met zijn prachtige
lijst in ontvangst te nemen uit handen van maarschalk Breu. Ook de koning
was aanwezig en zat wat verveeld op zijn troon.
Kneest werd officieel als winnaar uitgeroepen en kwam trillend uit zijn
stoel.
Toen volgden de gebeurtenissen elkaar snel op.
Hij stond voor Breu, die uitgedost in vol ornaat een ellenlange lofrede
had uitgesproken op professor Kneest, die zóveel wist dat een
gewoon mens er geen wijs meer uit kon worden.
Breu hield Kneest de prachtige gouden lijst voor en Kneest keek er naar
en riep: wat kan ik er prachtig ver in kijken!
Het publiek zuchtte.
Kneest pakte de lijst aan, en toen gebeurde het.
Je moet weten, naast de troon van de koning hing de kooi van zijn favoriete
parkiet, waarvan werd gezegd dat hij de koning altijd de meest wijze
adviezen in het oor placht te zingen. De laatste jaren zong het beestje
niet meer. Wat er aan de hand wist niemand, ook de lijfdierenarts van
de koning niet. Men liet de standaard met de kooi maar staan naast de
troon als een soort tradioneel koninklijk attribuut. De vogel kreeg
af en toe zijn voer maar verder gaf de hofhouding niet veel aandacht
meer aan de stomme vogel en zijn behuizing. De laatste tijd was de ijzeren
ketting waarmee de zilveren kooi aan zijn standaard hing aardig gaan
roesten, maar niemand die daarop had gelet.
Nu kom ik eindelijk toe aan de ontknoping, vergeef mij al die uitwijdingen.
De ketting waarmee de kooi aan de standaard hing begaf het.
De kooi viel op de de glimmend geboende parketvloer.
Het deurtje van de kooi brak open en de parkiet vloog eruit.
Een grillige vlucht door de paleiszaal volgde.
Toen streek hij neer op de rugleuning van de troon waarop de koning
verbaasd zat te kijken. Het beestje zat bij het linker oor van de koning
en waarachtig, er kwam een kort zingzangriedeltje uit zijn keeltje...
En juist toen professor Kneest de lijst in handen had gekregen en hem
bewonderend bekeek vloog het vogeltje weer op en vloog pardoes door
de lijst heen. Hier schrok de man zo erg van, dat hij op de gladde vloer
zijn evenwicht verloor en op zijn bips viel.
De lijst viel mee en brak in zes stukken.
De splinters spatten eraf, het raamwerk bleek helemaal niet van goud,
maar van hout, bedekt met verguldsel!
En de lijst bleek helemaal geen kunstwerk met 'ver zicht' te omvatten
maar niks dan lucht....
De koning ontkwam er niet aan eindelijk een diepgaand onderzoek te gelasten.
Hofraad
Redel leidde het onderzoek. Prangende vragen kwamen aan de orde.
Zelfs de koning moest eraan geloven.
Hoe kwam het dat er in de lijst helemaal geen prijs zat. Er zat zelfs
helemaal niks in. Waren de kunstschatten in de kelder van de koning
soms op?
"Nee, dat niet", gaf de majesteit toe. "Maar maarschalk
Breu was steeds machtiger geworden. Hij heeft mij, de koning, steeds
meer opzij gezet. Ik was al jaren heel erg ontevreden over het beleid
van de maarschalk. Daarom heb ik dan ook al jaren geen prijs meer uit
mijn kunstschatten ter beschikking gesteld.
Ik was het helemaal niet eens met zijn keuze van de prijswinnaars. Sinds
Breu de uitverkiezing heeft overgenomen zijn het geen echte wijze mannen
geweest. Het waren wijsneuzen."
Waarom had de koning daar niks over gezegd? Waarom had hij Breu niet
aan de kant gezet? Wilde de hofraad weten.
De koning zei, dat hij te bang was voor die oppermachtige Breu om hem
te ontslaan.
Hoe kwam het dat de prijswinnaars de prijs niet misten. Dat vroeg de
koning zich ook af.
Tijd om Breu aan de tand te voelen.
Breu wilde eerst niks zeggen. Hij hield zijn mond stijf dicht.
Hofraad Redel legde het vuur na aan de schenen. De beul stond naast
de ondervraagde potentaat en stookte het vuurtje op. Het werd de maarschalk
toen wel erg heet onder de voeten.
Hortend en stotend met af en toe een rood hoofd van woede (of misschien
toch schaamte?) kwam het eruit.
"
De rijkslijstenmaker, meester Chnok, bleef mij ieder jaar zo’n
prachtige gouden lijst brengen. Dat was voor mij een uitkomst. Ik had
geld nodig.
Die gouden lijst liet ik in hout namaken. Het goud van de lijst verkocht
ik.
Van het geld liet ik mooie huizen bouwen. En mijn privé-leger
kostte ook geld.
En ..... " Hier aarzelde de man even.
"En gokken is een spannende bezigheid maar het slokte wel enorme
bedragen op.
Ik had een mooie minnaressen, die waren bijzonder duur in onderhoud.
De verkiezing en de prijsuitreiking moesten gewoon doorgaan. Alles moest
bij het oude blijven, zoals het altijd is geweest. De mensen willen
dat. En Ieder jaar zo'n mooie ceremonie, dat wil je niet missen."
Hoe speelde hij dat klaar? Zonder die unieke prijs uit de schatkamer
van de koning?
"Die had ik helemaal niet nodig. Als winnaars koos ik mensen van
de Hoge School in de hoofdstad. Die gaf ik dan de lijst van hout en
verguldsel.
Opvullen met iets hoefde helemaal niet. Ze merkten toch niet, dat er
geen prijs inzat."
Hoezo, vroeg Hofraad Redel. Hoe kwam hij daarmee weg?
" Het verschil tussen het ver-zicht fluïdum en niks dan lucht
zagen ze niet; ze waren bevangen door de illusie dat het goud-omkaderde
niks juist het toppunt van verlicht inzicht was.
Velen kon het ook niet zoveel schelen, dat er binnen de lijst niets
bijzonders te zien was;
De ijdelen ging het meer om de eer en de begerigen ging het meer het
goud van de lijst."
Ja, Breu kende de mensen.
De Hofraad vroeg nog veel meer vragen en dacht lang na en maakte zijn
rapport op. Aan het slot daarvan schreef hij:
"Als de prijswinnaars achteraf ontdekten, dat de lijst helemaal
niet van goud was, en als sommigen moesten erkennen, dat er van 'ver
zicht' helemaal geen sprake was, dan durfden ze toch niks te zeggen.
De mensen werden beheerst door illusie, ijdelheid en begeerte, maar
het meest door de angst. Velen doorzagen op den duur het spelletje wel.
Een pijnlijk moment was het als gelauwerde geleerden bij de uitreiking
van de prijs door de houten lijst heen niets dan het opgeblazen blotebillengezicht
van Breu zagen. Maar ze bleven angstig stil of spraken zelfs vleiende
woorden tegen hem, de maarschalk en machtigste man in het hele rijk."
Hofraad Redel bracht verslag uit aan de Koning. De parkiet zong weer
en de koning vatte moed en nam de touwtjes weer in handen. Het was allemaal
meer dan schandalig, wat er gebeurd was al die jaren en ik hoef dan
ook niet te zeggen welke maatregelen werden getroffen, want die kan
je zelf wel bedenken!
juni 2006 ©Rob Cassuto